Voorgeschiedenis
Na de turfwinning werden grote delen van de Friese zandgronden niet direct in cultuur gebracht. Hier ontstonden heidegebieden die soms als gemeenschappelijke weide werden gebruikt. De heidegronden lagen meestal tussen dorpsgebieden of rond gemeentegrenzen. Lange tijd was hier van bewoning eigenlijk geen sprake.
De turfwinning bracht een bevolkingsgroei op de zandgronden teweeg. Nadat het veen was gewonnen bleven de mensen werkloos achter. Voormalige veenarbeiders, landlopers en venters gingen op eigen initiatief een hutje op de hei bouwen. Ze vestigden zich vaak lukraak ergens op de heide. Aan het eind van de 19e en begin van de 20e eeuw raakten de heidegronden verder bevolkt. Er ontstond enige verdichting in de bebouwing en de eerste heidedorpen zagen het licht. De bekendste voorbeelden van typische heidedorpen zijn Twijzelerheide, Noardburgum en Harkema.