Heidedorp

Voorgeschiedenis

Na de turfwinning werden grote delen van de Friese zandgronden niet direct in cultuur gebracht. Hier ontstonden heidegebieden die soms als gemeenschappelijke weide werden gebruikt. De heidegronden lagen meestal tussen dorpsgebieden of rond gemeentegrenzen. Lange tijd was hier van bewoning eigenlijk geen sprake.

De turfwinning bracht een bevolkingsgroei op de zandgronden teweeg. Nadat het veen was gewonnen bleven de mensen werkloos achter. Voormalige veenarbeiders, landlopers en venters gingen op eigen initiatief een hutje op de hei bouwen. Ze vestigden zich vaak lukraak ergens op de heide. Aan het eind van de 19e en begin van de 20e eeuw raakten de heidegronden verder bevolkt. Er ontstond enige verdichting in de bebouwing en de eerste heidedorpen zagen het licht. De bekendste voorbeelden van typische heidedorpen zijn Twijzelerheide, Noardburgum en Harkema.

Kenmerken

De uitbreiding van heidedorpen werd in eerste instantie niet van hogerhand gecoördineerd. De meeste huizen kwamen vaak wel aan een doorgaande zandweg te liggen. De behuizing in heidedorpen was meestal armzalig. De welbekende plaggenhut was de oudste huisvariant. Tegenwoordig zijn in de heidedorpen nog wel wâldhûskes te vinden.

De verkaveling rond de heidedorpen was kleinschalige en meestal blokvormig. Rond de dorpen zijn van oudsher veel houtwallen en elzensingels te vinden. Ze geven het omringende landschap een besloten sfeer. In de heidedorpen is meestal vrij laat pas een verharde weg aangelegd.

Heidedorpen in Fryslän

De meeste Friese heidedorpen zijn op een vergelijkbare wijze ontstaan. Op eigen initiatief bouwde men een plaggenhut en na verloop van tijd ontstond iets van een dorpskern. Noardburgum kwam echter in een meer planmatig ontgonnen omgeving tot ontwikkeling. De vroegere Bergumerheide was halverwege de 19e eeuw in bezit van dr. Nicolaas Ypeij (oud-bewoner van huis Vijverburg). Op zijn initiatief werden de gronden van de Bergumerheide in cultuur gebracht. Noardburgum ontwikkelde zich op het ontgonnen land. Dit meer planmatige proces heeft overigens niet direct een heel andere dorpsplattegrond opgeleverd.

Heidedorpen als Harkema en de Westereen zijn in de loop van de afgelopen decennia redelijk gegroeid. De Westereen is eigenlijk een combinatie van twee dorpstypen: een weg- of veenontginningsdorp en een heidedorp. Via de heideontginningen ten zuiden van de oude dorpsweg breidde de Westereen flink uit. Het ligt tegenwoordig bijna tegen Sweagerbosk aan. De heidedorpen Houtigehage en Boelenslaan zijn bescheiden van omvang gebleven.

Bespiegeling voor de toekomst

Het heidedorp: ruim van opzet en kleinschalig in beleving; een ogenschijnlijke tegenstelling die kansen biedt voor de toekomst. De ruime dorpsopzet kan benut én gewaarborgd worden door klimaatadaptieve oplossingen in te passen, met meer en grotere mogelijkheden dan menig ander dorpstype: van diepte-WKO systemen tot waterberging. De kleinschaligheid, te danken aan de houtwallenstructuur, biedt tegelijkertijd prachtige aanknopingspunten voor infra, natuur en infranatuur. Eens onder asfalt verloren zandpaden kunnen in halfverharding weer tot leven worden gewekt.

Typische heidedorpen

Boelenslaan

De Tike

De Westereen

Harkema

Houtigehage

Noardburgum

Sweagerbosk

Twijzelerheide